Vandaag is duidelijk geworden dat het ontwerpbesluit Begeleid Rijden (2toDrive) door de Tweede Kamer is aangenomen. BOVAG is blij dat twee belangrijke aanvullingen, waar onder andere tijdens het Jaarcongres van BOVAG Rijscholen over gesproken werd, zijn overgenomen.
Tussentijdse toets vóór de 17e verjaardag
In 2toDrive is het mogelijk voor deelnemers een tussentijdse toets (TTT) af te leggen. Tussentijdse toetsen worden afgelegd in het kader van de praktijkopleiding en zijn bedoeld om na te gaan of een kandidaat al het vereiste niveau bezit om te kunnen slagen voor zijn praktijkexamen. Nu voor deelnemers aan 2toDrive in artikel 173k de minimumleeftijd voor het volgen van praktijklessen wordt verlaagd tot 16 jaar en zes maanden, is dit ook de minimumleeftijd voor het afleggen van tussentijdse toetsen. Hierdoor blijft ook de mogelijkheid van een Rijopleiding in Stappen (RIS) behouden.
Vijf jaar ervaring
De eis aan begeleiders om over minstens tien jaar rij-ervaring te beschikken wordt verlaagd naar minimaal vijf jaar rij-ervaring en een minimumleeftijd van 27 jaar. De initiële eis van tenminste tien jaar een geldig rijbewijs was ingegeven vanuit de gedachte om daarmee de gewenste rijervaring en de gewenste minimumleeftijd (in dat geval 28 jaar) te regelen. De minister volgt zoveel mogelijk het Duitse model. In Duitsland eist men minimaal vijf jaar een geldig rijbewijs en een minimumleeftijd van 30 jaar. Op basis hiervan is ingestemd met het voorstel om een minimumleeftijd van 27 jaar te eisen. Het ontwerpbesluit en de bijbehorende toelichting zijn aangepast.
November
De inwerkingtreding van 2toDrive ligt hiermee nog steeds op schema voor invoering in november 2011.
woensdag 29 juni 2011
woensdag 22 juni 2011
Wat zijn de regels voor het vervoer van kinderen in de auto?
Kinderen tot 18 jaar en kleiner dan 1,35 meter moeten voorin en achterin de auto in een goedgekeurd autokinderzitje worden vervoerd.
• Kinderen minder dan 13 kg. - Babyautostoeltje (groep 0 en 0+)
• Kinderen tussen 9 en 18 kg. - Kinderautostoeltje (groep 1)
• Kinderen tussen 15 en 36 kg. - Zittingverhoger (groep 2 en 3)
• Kinderen meer dan 36 kg. - Autogordel, evt. met zittingverhoger of afzonderlijke gordelgeleider (gordelclip / gordelklem)
Kinderen groter dan 1,35 meter moeten voorin en achterin de auto de autogordel om en mogen als het nodig is een zittingverhoger gebruiken.
Kind voorin of achterin de auto
Kinderen mogen zowel voorin als achterin de auto vervoerd worden. Zolang aan de regels wordt voldaan maakt dat voor de veiligheid weinig verschil. Wel is het veiliger kinderen (baby’s) zo lang mogelijk tegen de rijrichting in te vervoeren.
Definitie autokinderzitje
Een autokinderzitje is een babyautostoeltje, een kinderautostoeltje of een zittingverhoger. Een autokinderzitje moet goedgekeurd zijn volgens de Europese veiligheidseisen: ECE 44/03 of 44/04. Een goedgekeurd kinderbeveiligingsmiddel (autokinderzitje) mag u voorin en achterin de auto gebruiken.
Airbag en vervoer kind
Op een zitplaats met een airbag ervoor mag u een kind niet vervoeren in een babyautostoeltje dat tegen de rijrichting is geplaatst. Dit mag alleen als de airbag is uitgeschakeld. Het is verstandig kinderen tot 12 jaar niet bij een ingeschakelde airbag te zetten. Kan het niet anders, zet dan de autostoel zo ver mogelijk naar achteren.
Gordels en kinderzitjes goed gebruiken
Het is verplicht de autogordels en autokinderzitjes te gebruiken op de door de fabrikant voorgeschreven manier. Zo zijn ze ook getest. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan het diagonale deel van de gordel achter de rug langs of onder de arm door te dragen. De gordel is niet ontworpen om zo te worden gebruikt en werkt dan ook niet goed. Ook voor zwangere vrouwen en hun ongeboren kind is het veiliger de autogordel op de juiste manier te dragen. De juiste manier is het heupgedeelte onder de buik, zo laag mogelijk over het bekken en het diagonale deel over de borst, boven de buik.
Beperkt gebruik aparte gordelgeleider
Een gordelgeleider zorgt ervoor dat het diagonale deel van de autogordel over de schouder loopt en niet over de hals. Een gordelgeleider maakt vaak deel uit van een zittingverhoger. Er zijn ook aparte gordelgeleiders te koop. Een aparte gordelgeleider mag alleen gebruikt worden door:
• kinderen kleiner dan 1,50 meter waarvoor geen zittingverhoger is omdat ze er te zwaar voor zijn (36 kilo of zwaarder);
• volwassenen die kleiner zijn dan 1,50 meter.
In alle andere gevallen is het gebruik van een aparte gordelgeleider verboden. Ook mag een aparte gordelgeleider alleen aan het diagonale deel van de autogordel zijn bevestigd. Een gordelgeleider die het heupdeel met het diagonale deel verbindt, is dus altijd verboden.
• Kinderen minder dan 13 kg. - Babyautostoeltje (groep 0 en 0+)
• Kinderen tussen 9 en 18 kg. - Kinderautostoeltje (groep 1)
• Kinderen tussen 15 en 36 kg. - Zittingverhoger (groep 2 en 3)
• Kinderen meer dan 36 kg. - Autogordel, evt. met zittingverhoger of afzonderlijke gordelgeleider (gordelclip / gordelklem)
Kinderen groter dan 1,35 meter moeten voorin en achterin de auto de autogordel om en mogen als het nodig is een zittingverhoger gebruiken.
Kind voorin of achterin de auto
Kinderen mogen zowel voorin als achterin de auto vervoerd worden. Zolang aan de regels wordt voldaan maakt dat voor de veiligheid weinig verschil. Wel is het veiliger kinderen (baby’s) zo lang mogelijk tegen de rijrichting in te vervoeren.
Definitie autokinderzitje
Een autokinderzitje is een babyautostoeltje, een kinderautostoeltje of een zittingverhoger. Een autokinderzitje moet goedgekeurd zijn volgens de Europese veiligheidseisen: ECE 44/03 of 44/04. Een goedgekeurd kinderbeveiligingsmiddel (autokinderzitje) mag u voorin en achterin de auto gebruiken.
Airbag en vervoer kind
Op een zitplaats met een airbag ervoor mag u een kind niet vervoeren in een babyautostoeltje dat tegen de rijrichting is geplaatst. Dit mag alleen als de airbag is uitgeschakeld. Het is verstandig kinderen tot 12 jaar niet bij een ingeschakelde airbag te zetten. Kan het niet anders, zet dan de autostoel zo ver mogelijk naar achteren.
Gordels en kinderzitjes goed gebruiken
Het is verplicht de autogordels en autokinderzitjes te gebruiken op de door de fabrikant voorgeschreven manier. Zo zijn ze ook getest. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan het diagonale deel van de gordel achter de rug langs of onder de arm door te dragen. De gordel is niet ontworpen om zo te worden gebruikt en werkt dan ook niet goed. Ook voor zwangere vrouwen en hun ongeboren kind is het veiliger de autogordel op de juiste manier te dragen. De juiste manier is het heupgedeelte onder de buik, zo laag mogelijk over het bekken en het diagonale deel over de borst, boven de buik.
Beperkt gebruik aparte gordelgeleider
Een gordelgeleider zorgt ervoor dat het diagonale deel van de autogordel over de schouder loopt en niet over de hals. Een gordelgeleider maakt vaak deel uit van een zittingverhoger. Er zijn ook aparte gordelgeleiders te koop. Een aparte gordelgeleider mag alleen gebruikt worden door:
• kinderen kleiner dan 1,50 meter waarvoor geen zittingverhoger is omdat ze er te zwaar voor zijn (36 kilo of zwaarder);
• volwassenen die kleiner zijn dan 1,50 meter.
In alle andere gevallen is het gebruik van een aparte gordelgeleider verboden. Ook mag een aparte gordelgeleider alleen aan het diagonale deel van de autogordel zijn bevestigd. Een gordelgeleider die het heupdeel met het diagonale deel verbindt, is dus altijd verboden.
Abonneren op:
Posts (Atom)